Uit interne correspondentie tussen rechter-commissaris, mr. P.
Hoekstra, en zaaksofficier van justitie, mr. L. Geuns, blijkt dat
de RC geen verantwoordelijkheid wil dragen voor de huiszoeking in
Vaals vanwege Radikal.
De RC kreeg de zaak overgedragen na het vertrek van Mr. van Maanen
Winters. Daardoor hoort hij pas op 16 december voor het eerst over
de huiszoeking als gevolg van een Duits rechtshulp verzoek.
Hoekstra schrijft op 17 december 1996 aan Geuns:
'Het gaat nu nog slechts om de al of niet overdracht van het
inbeslaggenomene aan Duitsland.
Ik moet daar normaliter gewoon even verlof voor vragen aan de
raadkamer. Da's geen probleem.
De vraag is voor mij echter op dit moment of ik wel de
verantwoordelijkheid wil dragen voor het vragen van het verlof.
Ik ben daar nog niet uit.'
Hoekstra vraagt zich af of het niet verstandiger was geweest om
het Ministerie van Justitie minstens vooraf te consulteren.
Verder schrijft hij:
'Het probleem is natuurlijk of het hier eigenlijk niet gaat om een
vervolging van Duitsland in verband met de staatkundige overtuiging
van de betreffende verdachte (art.552l Sv), of dat het hier niet
gaat om een geval waarvoor wellicht machtiging van de Minister van
Justitie vereist was (art.552m Sv)'
De OM moet van de RC alsnog contact opnemen met de Minister van
Justitie om haar standpunt in deze zaak te vragen. Mocht het OM
die suggestie niet volgen, dan zal de RC zelf contact zoeken met
het Ministerie.
Zolang dat niet is gebeurd, vraagt de RC geen verlof voor de
overdracht van de inbeslaggenomen spullen.
Tot zover de brief van mr. P. Hoekstra aan mr. L. Geuns.
Een van de belangrijkste vragen van Groen Links aan de minister
(door Rabbae, net voor het Kerstreces) of Sorgdrager tevoren was
ge‹nformeerd over deze operatie, en of ze er een machtiging voor
had verleend, is hiermee feitelijk al beantwoord:
De Minister was niet op de hoogte, en had dat wel moeten zijn.
De andere vragen van Groen Links gingen over de bevoegdheid van de
Duitsers voor opsporingsonderzoek op Nederlands grondgebied.
Formeel werd de huiszoeking gedaan door de Nederlanders, maar in
praktijk deden de Duitsers het werk. De beambten van de LKA en BKA
liepen volgens de aanwezige bewoonster met plastic handschoentjes
aan alles te doorzoeken. De Nederlanders stonden erbij en keken er
naar.
Dat is in strijd met de voorschriften voor internationale
opsporing. Het zg. 'kleine rechtshulpverdrag' bepaalt dat
buitenlandse agenten slechts aanwezig mogen zijn als deskundigen,
om aanwijzingen te geven naar wat er gezocht moet worden. Volgens
het verdrag van Schengen hebben buitenlandse politiebeambten geen
'executieve bevoegdheden': aktief deelnemen aan de opsporing is
uit den boze.
Achtergrond
De huiszoeking bij Miguel in Vaals vond plaats op 11 december
1996. Miguel bleek verdacht van medewerking aan Radikal, een blad
dat in Nederland niet verboden is. Volgens het huiszoekingsbevel
dat de politie diezelfde dag na een huiszoeking bij zijn moeder in
Aaken achterliet, vond de inval plaats op grond van verdenking van
'lidmaatschap van een criminele vereniging, werving en
ondersteuning van een terroristische vereniging en nog verdere
strafbare feiten.'
In Vaals werden een computer en dozenvol diskettes in beslag
genomen. Buiten een stapel Radikal-stickers werd niets gevonden
dat naar het blad verwees.
Inmiddels is duidelijk dat er tegen Miguel geen (internationaal)
arrestatie-bevel loopt. Een woordvoerdster van het parket in
Karlsruhe liet weten dat de Duitsers in Vaals vooral op zoek waren
naar bewijsmateriaal.
Voor meer informatie:
Solidariteitsgroep Politieke Gevangenen:
http://www.xs4all.nl/~tank/radikal/11.12/
de nieuwe Ravage, nr. 226, 10 januari 1997
Arrondissementsrechtbank Maastricht
Doorkiesnummer RC mr. P. Hoekstra: 043-3465184/3465185